Vormen ouderen een risicogroep in het verkeer?
Ouderen vormen een steeds grotere groep binnen de bevolking in België. We zien dat het aandeel 65 plussers sinds 1991 toegenomen is (toen: 15%, 2012: 18%) en tot 2050 ook nog verder zal toenemen tot 26%. Het aandeel 65 plussers zal tussen nu en 2050 met 50% toenemen en het aandeel 80 plussers zelfs met 100%. Met deze stijging in het aantal oudere personen, is er ook een stijging van het aantal oudere bestuurders.
Dit heeft ook een weerslag op de ongevallenstatistieken. Het BIVV (Martensen, 2014) stelde daarom een onderzoeksrapport op over mobiliteit en verkeersveiligheid van ouderen in België. Terwijl in 1992 nog 1 op 7 (17%) verkeersslachtoffers 65 jaar of ouder was, is dit nu meer dan 1 op 5 (23%). Ouderen verplaatsen zich voornamelijk met de wagen. De meest problematische verplaatsingsmodi bij ouderen zijn echter fietsen en zich te voet verplaatsen.
Ouderen begeven zich nochtans minder in het verkeer dan andere leeftijdsgroepen. Het aantal afgelegde kilometers in beschouwing genomen, zien we dat ouderen meer risico lopen om gewond te raken in het verkeer en vooral dat een ongeval met ouderen vaker een dodelijke afloop kent. Dit komt door de verhoogde kwetsbaarheid van ouderen. Vooral bij 75 plussers is het risico substantieel.
Oudere weggebruikers hebben vooral problemen met complexe verkeerssituaties. Hun reacties zijn vaak vertraagd en door een vermindering in het (aandachts)gezichtsveld (verminderde perife(e)r(e) aandacht en zicht en meer moeite om dit met hoofdbewegingen, flexibiliteit op te vangen) kunnen ze moeilijker het overzicht bewaren. Bovendien kunnen ze de afstand en de snelheid van andere weggebruikers minder goed inschatten. Kruispunten kunnen daarom een uitdaging voor oudere weggebruikers vormen. Ongevallen met oversteken (voor de voetgangers) en links afslaan komen bij oudere mensen dan ook veel vaker voor dan bij weggebruikers van middelbare leeftijd.
Ref: Martensen, H.(2014) Senioren in het verkeer. Mobiliteit en verkeersveiligheid van ouderen in België. Brussel, België: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – Kenniscentrum.
Hebben ouderen specifieke rijgewoonten?
Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat oudere bestuurders vaak hun rijgedrag aanpassen. Zo rijden ze minder vaak bij slechte weersomstandigheden en tijdens spitsuren. Daarnaast vermijden ze ook vaak het rijden op de autosnelweg.
Is er een leeftijdsgrens voor het rijbewijs?
In België geldt momenteel enkel een minimumleeftijd waarop het rijbewijs kan worden behaald (zijnde 18 jaar voor een rijbewijs B), geen maximumleeftijd. Er is dus enkel een ondergrens.
Indien de huisarts of specialist een medische aandoening vaststelt die aanleiding geeft tot een beperking die een veilige verkeersdeelname als bestuurder tot gevolg heeft, dient de arts de persoon door te verwijzen naar het CARA die uiteindelijk een beslissing neemt over de rijgeschiktheid. Wanneer er geen locomotorische of visuele problemen zijn die de rijvaardigheid beïnvloeden, kan uw huisarts/specialist ook zelf een rijgeschiktheidsbeslissing nemen.
In sommige landen, bijv. in Nederland, bestaat er wel een leeftijdscriterium voor een rijbewijs. In Nederland moet men vanaf de leeftijd van 75 jaar om de 5 jaar een medische keuring ondergaan.
Is het rijbewijs onbeperkt geldig?
Het gekende papieren Belgische rijbewijs (model 1 t/m 3 hieronder) is geldig t/m 2032. Vanaf 2033 zal het Europese bankkaartmodel verplicht zijn. Tegen dan zal iedereen uitgenodigd zijn om het papieren rijbewijs in te wisselen tegen de nieuwe versie. Het elektronische Europese rijbewijs is reeds sinds 7 juli 2010 van toepassing in België en sinds 2013 krijgt iedereen die een nieuw rijbewijs aanvraagt, standaard dit model. Dit model is slechts 10 jaar geldig (net zoals de elektronische identiteitskaart). Na 10 jaar moet het rijbewijs verlengd worden op het gemeentehuis. Hierbij wordt geen medisch onderzoek gedaan, men moet wel een verklaring van medische geschiktheid ondertekenen. Enkel bestuurders van vrachtwagens en bussen moeten minimaal om de 5 jaar hun rijbewijs verlengen en wel een medisch onderzoek ondergaan.
In België zijn momenteel vier modellen van rijbewijzen in omloop:
1. het model van voor 1989, het ‘Belgisch rijbewijs’ genaamd;
2. het model afgeleverd tussen 1989 en 1998 of het ‘Belgisch rijbewijs naar Europees model’;
3. het model van na 1998 of het ‘Belgisch rijbewijs naar Europees model volgens de nieuwe Europese normen van 1998’;
4. het bankkaartmodel afgegeven vanaf 7 juli 2010.
Binnen de Europese Unie zijn al deze rijbewijzen geldig. Om misverstanden in de verschillende landen van de Europese Unie te vermijden, dient u best in het bezit te zijn van een bankkaartmodel. Veel landen herkennen het oude papieren model namelijk niet of kunnen moeilijk interpreteren of het rijbewijs authentiek is, waardoor u onterecht beboet kan worden.
Indien u misverstanden wilt vermijden, kan u uw nieuw rijbewijs (tegen een vergoeding) afhalen bij uw gemeente. Vanaf begin 2013 worden enkel nog bankkaartmodellen afgeleverd, bedoeling is ook om de andere modellen tegen 2033 allemaal om te wisselen.
Welke documenten moet ik bij mij hebben als ik aan het rijden ben? Ben ik strafbaar als ik dit niet bij heb?
In België moet u steeds 5 documenten bij zich hebben als u aan het rijden bent: de identiteitskaart, het rijbewijs, het inschrijvingsformulier van de auto, het verzekeringsbewijs en het keuringsbewijs. Als u één van deze documenten niet bij zich heeft terwijl u aan het rijden bent, bent u strafbaar en kan u beboet worden. Sinds 1 september 2013 bestaat het inschrijvingsbewijs uit 2 delen: 1 deel dat u mee dient te nemen in de auto en 1 deel dat u thuis bewaart. Sinds 1 november 2013 dient u uw verzekeringsbewijs te laten zien bij de technische keuring.
Kan ik mijn rijbewijs / verzekering kwijtraken na een bepaald aantal ongevallen?
U kan uw rijbewijs kwijtraken of het kan aangepast worden indien een arts (veeleer bij vaststelling van een ziekte of aandoening) of een rechter (veeleer als u een overtreding hebt begaan) oordeelt dat uw rijvaardigheden niet meer toereikend zijn of nader dienen te worden geëvalueerd.
Bij een (vermoeden) van een verminderde (medische) rijgeschiktheid, kunnen artsen u doorverwijzen naar het CARA voor een rijgeschiktheidsonderzoek. Wanneer er geen locomotorische of visuele problemen zijn die de rijvaardigheid beïnvloeden, kan uw eigen huisarts/specialist ook een rijgeschiktheidsbeslissing nemen. U kan ook zelf het initiatief nemen om uw rijgeschiktheid te laten testen. Bij het CARA zal men uw rijgeschiktheid verder bepalen naar eventuele voertuigaanpassingen, voorwaarden en/of beperkingen op het rijbewijs of rijongeschiktheid. Het is uiteraard ook mogelijk dat u rijgeschikt wordt verklaard zonder aanpassingen, voorwaarden of beperkingen. Meer info vindt u op cara.
Uw verzekeringsmaatschappij kan, na risicovolle ongevallen, uw polis duurder maken of u zelfs van de lijst schrappen. U kan dan bij een andere verzekering aankloppen. Indien u bij minstens drie verzekeringskantoren niet wordt verder geholpen, kan u – gezien de verzekeringsplicht in België – sowieso terecht bij het tariferingsbureau.
Indien u door de rechter van een politie- of correctionele rechtbank veroordeeld bent tot een rijverbod (verval van het recht tot sturen), kan de rechter bepalen dat u moet slagen in een medisch en/of psychologisch herstelonderzoek om na het rijverbod uw rijbewijs terug te krijgen. Dit is om zeker te zijn dat u lichamelijk en geestelijk in orde bent om een (motor)voertuig te besturen. Meer informatie kan u vinden op: Herstelonderzoeken.
Er staat een code (vb. 01.06) op mijn rijbewijs, moet ik dit naleven?
U kan op uw rijbewijs één of meerdere codes hebben staan, in dat geval heeft u een rijbewijs met voorwaarden of beperkingen. Deze worden bepaald op basis van uw lichamelijke en geestelijke toestand, rekening houdend met de risico’s, omstandigheden en gevaren eigen aan het besturen van een bepaald motorvoertuig. Deze voorwaarden en beperkingen kunnen onder meer betrekking hebben op uw rijbewijscategorie of subcategorie, het type voertuig, de gebruiksvoorwaarden, het ogenblik van gebruik, waar u zich mag begeven, de geldigheidsduur, het gebruik van een orthese of prothese…
Een voorbeeld is code 01.06. Dit wil zeggen dat u enkel een motorvoertuig mag besturen indien u uw bril of contactlenzen draagt. Een ander voorbeeld is code 05.01. Dit betekent dat u enkel aan het verkeer mag deelnemen van één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang.
Indien u de codes niet naleeft, dan rijdt u zonder een geldig rijbewijs (waarvoor een beboet kan worden) en zonder dekking van uw verzekeringsmaatschappij, zelfs al is uw verzekeringsbewijs nog geldig.
Wat houdt rijgeschiktheid in?
Volgens het verkeersreglement moet elke bestuurder in staat zijn te sturen, de vereiste lichaamsgeschiktheid hebben en de nodige kennis en vaardigheid bezitten. Hij moet steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en hij moet in staat zijn om zijn voertuig voortdurend goed in de hand te houden. Wie dus geneeskundig 'niet in orde' is, mag niet rijden.
Bijlage 6 van het KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalt de minimum normen en attesten inzake de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van een motorvoertuig. Te consulteren op: Bijlage 6 van het KB van 23 maart 1998.
Verminderde functionele vaardigheden, die je rijgeschiktheid kunnen beïnvloeden, kunnen het gevolg zijn van:
- een aantasting van de botten, gewrichten, pezen en spieren (bijv. artrose, spierziekte, amputatie);
- een aandoening van de hersenen, ruggenmerg, zenuwen (bijv. ziekte van Alzheimer, beroerte, ziekte van Parkinson);
- elke andere aandoening, waardoor een beperking ontstaat van de controle van bewegingen, de waarnemingen, het gedrag en het beoordelingsvermogen (bijv. kans op hypoglycemie door diabetes, niet kunnen concentreren, geen afstanden kunnen inschatten…);
- een vermindering van het gezichtsveld of de gezichtsscherpte.
Als u twijfels hebt over uw rijgeschiktheid, neem dan best zo snel mogelijk contact op met een arts, bijvoorbeeld uw huisarts.
Wat is het CARA?
Het Centrum voor Rijgeschiktheid en voertuigaanpassing (CARA) evalueert welke invloed uw medische aandoening heeft op uw deelname als bestuurder aan het gemotoriseerde verkeer. Het CARA is wettelijk erkend als enige keurende instantie sinds 1998 (KB van 23 maart 1998 en MB van 27 maart 1998) voor de beoordeling van de rijgeschiktheid van mensen met een beperking. Het Centrum beoordeelt alle functies die belangrijk zijn voor het besturen van motorvoertuigen waarvoor u een rijbewijs nodig hebt. Deze beperkingen zijn:
- een vermindering in functionele vaardigheden na een aantasting van het musculoskeletaal systeem;
- een aandoening van het centraal of het perifeer zenuwstelsel;
- elke andere aandoening waardoor een beperking ontstaat van de motorische controle, de waarneming, het gedrag of het beoordelingsvermogen.
Als een arts een van bovenstaande aandoeningen vaststelt, zal hij u doorverwijzen naar het CARA. Het CARA zal een rijgeschiktheidsevaluatie uitvoeren en kan ook uitzonderlijk een rijgeschiktheidsattest afleveren aan (sommige) kandidaat-bestuurders die niet meer voldoen aan (bepaalde) visuele criteria (KB 23 maart 1998, bijlage 6, III, 2.3.2 en 3.2.2).
De rijgeschiktheidsevaluatie is een delicate evenwichtsoefening tussen het recht en de wens van individuele mobiliteit, en de algemene verkeersveiligheid. Tijdens de rijgeschiktheidsbeoordeling bepaalt een multidisciplinair team van artsen, psychologen en rij-experten de voorwaarden en/of beperkingen van uw rijbewijs, en de eventuele aanpassingen die u aan uw voertuig(en) moet laten uitvoeren.
Heeft afleiding (bvb. GPS / radio / passagiers / telefoon) een negatieve invloed op mijn rijgedrag? Bestaan er regels m.b.t. het gebruik hiervan?
Er zijn 4 soorten afleiding die een negatieve invloed op uw rijvaardigheid kunnen hebben:
- visuele afleiding waardoor uw ogen niet op de weg gericht zijn, bijv. kijken naar gps, radio etc;
- manuele afleiding waardoor uw handen niet gebruikt worden om een voertuig te besturen, bijv. niet handenvrij bellen, bedienen gps/radio etc;
- cognitieve afleiding waardoor uw gedachten niet 100% bij het verkeer zijn, bijv. (handenvrij) bellen, passagiers, radio, piekeren etc;
- auditieve afleiding waardoor u minder de verkeersgeluiden hoort, bijv. door het geluid van de radio of van de bel- of bieptoon van de gsm.
Passagiers zijn een speciale bron van afleiding. Alhoewel zij kunnen zorgen voor een cognitieve afleiding, hebben zij vaak een positief effect op het rijgedrag. Zij kunnen u namelijk ook helpen bij het opletten in het verkeer.
Er worden steeds meer technologieën ontwikkeld met als doel bestuurders te helpen. Hoewel deze technologieën behulpzaam kunnen zijn tijdens het rijden, kunnen ze ook zorgen voor afleiding. De laatste jaren schenkt men daarom veel aandacht aan onderzoek hiernaar. Zo heeft onderzoek bijvoorbeeld aangetoond dat niet handenvrij bellen een negatieve invloed heeft op de rijvaardigheid, daarom heeft men het ‘verbod om niet-handenvrij te bellen’ ingevoerd. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat ook handenvrij bellen zorgt voor een negatief effect op de rijvaardigheid, aangezien de gedachten niet meer voor 100% bij de rijtaak en het verkeer zijn. Hoewel er nog geen boetes zijn voor handenvrij bellen, zijn er wel boetes voor niet-handenvrij bellen, dit is namelijk een overtreding van de 2e graad.