Elk jaar vragen ongeveer 2000 Belgen een gordelvrijstelling omwille van medische redenen. Nochtans is er geen enkel geval waarin dat gerechtvaardigd is. De gordel niet dragen kan grote gevolgen hebben. Zo droeg 60% van de personen die omkwam op de autosnelweg zijn gordel niet. Volgens Vias institute moet bekeken worden om het systeem te hervormen.
De veiligheidsgordel: een stand van zaken
Exact 5 jaar geleden is de boete voor het niet dragen van de gordel verdubbeld. In 2016 kregen bijna 75 000 mensen een boete omdat ze ‘verzuimd’ hebben om hun gordel te dragen. Nochtans is de gordel vooraan dragen al verplicht sinds 1975 en achteraan sinds 1991.
De laatste metingen van Vias institute tonen aan dat 92% van de inzittenden vooraan en 85% van de passagiers achteraan zijn gordel draagt. Dat is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van 10 jaar geleden. We stellen wel vast dat de kleine groep die de gordel niet draagt, toch vaak een zware tol hiervoor betaalt. Meer dan 60% van de bestuurders en passagiers die om het leven kwam bij een ongeval op de autosnelweg, droeg zijn gordel niet op het moment van het ongeval.
De gordel is verplicht om zo veel mogelijk de zware gevolgen van ongevallen te beperken. Ondanks alles, vragen én krijgen elk jaar een hoop Belgen een vrijstelling om de gordel te dragen. Uitzonderingen toestaan op de gordeldracht komt neer op het afwijzen van een belangrijk veiligheidsmechanisme.
Reglementering
Artikel 35.1.1 van de wegcode bepaalt dat "de bestuurder en de passagiers van auto's die aan het verkeer deelnemen de veiligheidsgordel moeten dragen, op de plaatsen die ermee zijn uitgerust ".
De wegcode legt ook enkele uitzonderingen vast, oa voor ‘de personen die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van gewichtige medische tegenindicaties afgeleverd door de Minister bevoegd voor verkeersveiligheid, of zijn gemachtigde.’
2000 uitzonderingen elk jaar
Volgens cijfers van de FOD Mobiliteit zijn er ongeveer 20 000 vrijstellingen in de laatste 10 jaar uitgereikt, waarvan drie kwart definitief was. Dat komt dus neer op zo’n 2000 uitzonderingen per jaar.
Die cijfers dalen, maar ze blijven nog zeer hoog. Zeker als je vergelijkt met bv Nederland. Daar krijgt het bureau (CBR) die de vrijstellingen behandelt, nauwelijks 500 aanvragen per jaar. Dat zijn trouwens niet allemaal nieuwe aanvragen. Er zijn ook een aantal hernieuwingen bij, want de maximale duur voor een vrijstelling is in Nederland immers 5 jaar.
Uitzondering? Nooit gerechtvaardigd
Zowel verkeerskundigen, ergonomen, als medisch en paramedisch personeel bevestigen dat er geen of zeer weinig medische redenen zijn die een vrijstelling van het dragen van de gordel rechtvaardigen! Ondanks het feit dat het dragen van de gordel misschien in sommige gevallen nadelen heeft of oncomfortabel kan zijn, is het altijd beter de gordel wel te dragen. Een aanpassing van de gordel of van het voertuig kan in veel gevallen het ongemak grotendeels verhelpen.
Verder kan ongemak uiteraard geen reden zijn tot vrijstelling. Het ongemak staat immers niet in verhouding tot het veiligheidsvoordeel van de gordel. Enkel wanneer het leven (en dat van anderen) meer bedreigd wordt door het wel dragen van de gordel, dan door het niet dragen ervan, kan een vrijstelling in overweging genomen worden.
Volgens professor Stefaan Nijs, hoofd van de dienst Traumatologie in UZ Leuven, ‘Bij een ongeval kan het dragen van de gordel voor mensen die een ernstig medisch probleem hebben, soms die situatie erger maken. Maar als je geen gordel draagt, dan is het risico om een ernstig letsel op te lopen nog veel hoger. Er is dus geen enkele omstandigheid waarin je het kan rechtvaardigen de gordel niet te moeten dragen.’
.
Het is dus wenselijk om geen enkele vrijstelling voor onbepaalde tijd af te leveren. Aangezien het steeds de voorkeur verdient de gordel wel te dragen, kan men daar naar handelen en rekening houden met toekomstige technische, medische en ergonomische evoluties. De maximale geldigheidsduur van een vrijstelling zou bijvoorbeeld tot 5 jaar beperkt kunnen worden.
De huidige situatie
Iedereen die een gordelvrijstelling wenst, moet zich aanmelden bij zijn huisarts. Die kan een medisch attest afleveren. Met dit attest geeft de arts aan dat zijn patiënt een gewichtige medische tegenindicatie vertoont voor wat betreft het gebruik van de veiligheidsgordel. De arts beschikt momenteel niet over enige richtlijn of indicatie voor zijn inschatting van een ‘gewichtige medische tegenindicatie’. Om de vrijstelling te bekomen, moet de patiënt het medisch attest opsturen naar de FOD Mobiliteit, die de vrijstelling uitreikt.
De ideale situatie
De vrijstelling is een uitzonderingsmaatregel. Een vrijstelling mag alleen verleend worden indien er voldoende medische redenen zijn. Er moet nu in eerste instantie een lijst opgesteld worden met aandoeningen, gevallen of redenen waarvoor er geen vrijstelling bekomen kan worden (negatieve lijst). Het stelt de arts in staat om op louter administratieve basis een aanvraag ongegrond te verklaren.
In de ideale procedure neemt de behandelende arts niet zelf de beslissing om zijn patiënt een vrijstelling te geven, maar geeft hij enkel de relevante medische informatie door aan een centrale instantie.
Deze centrale instantie registreert de aanvraag, beoordeelt ze op een uniforme manier, neemt de beslissing op basis van de negatieve lijst en motiveert de keuze.
Als de vrijstelling goedgekeurd is, dan worden de gegevens overgemaakt aan de FOD, die de vrijstelling aflevert. Voor bestuurders moet elke vrijstelling sowieso gepaard gaan met een rijgeschiktheidsonderzoek, want beiden zijn aan elkaar gelinkt.
Het verlenen van een vrijstelling aan een bepaald persoon heeft niet enkel gevolgen voor de veiligheid van die persoon zelf. De niet-vastgemaakte persoon is bij een ongeval immers een projectiel dat ook andere inzittenden kan verwonden. Zowel de persoon die de vrijstelling vraagt, als de persoon die de aanvraag goedkeurt dragen dus een zekere verantwoordelijkheid.
Conclusie
De veiligheidsgordel heeft al ontelbare levens heeft gered in ons verkeer. Alle gezondheidsprofessionals zijn unaniem: de voordelen zijn veel groter en belangrijker dan het feit dat in sommige gevallen de gordel oncomfortabel kan zijn. De vrijstelling moet een uitzonderingsmaatregel zijn die door een totaal onafhankelijke instelling moet genomen worden. Die instelling moet zich baseren op een lijst waarvoor je zeker geen vrijstelling kan krijgen. De gordel moet voor ons allemaal elke rit een natuurlijke reflex zijn.