In meer dan 1 op 3 gevallen was de spookrijder onder invloed van alcohol
Het aantal ongevallen met een spookrijder is gestegen vorig jaar. In meer dan 1 op 3 gevallen was de spookrijder onder invloed van alcohol. Deze ongevallen zijn 10 keer dodelijker dan alle ongevallen. In 1 ongeval op 5 sterft de spookrijder. Dit zijn enkele resultaten van een nieuwe statistische analyse van Vias institute op basis van de onlangs gepubliceerde cijfers van de FOD Economie.
De bestuurder sterft in één ongeval op vijf
Vorig jaar waren er 16 ongevallen met een spookrijder op de autosnelweg. Het is een stijging in vergelijking met 2016 (11 ongevallen). Het is zelfs de hoogste cijfer sinds 2009. Ongevallen met een spookrijder maken slechts 0,35% uit van alle letselongevallen op de autosnelwegen. Toch zijn ze verantwoordelijk voor 3,5% van alle verkeersdoden op de autosnelwegen. De ernst van ongevallen met een spookrijder is dan ook 10 keer groter dan de gemiddelde ernst van alle letselongevallen op een autosnelweg.
In totaal vielen er in de afgelopen 10 jaar 265 slachtoffers in 123 ongevallen waarbij een spookrijder betrokken was. Hiervan waren er 41 doden en 224 gewonden. Men telt ongeveer 1 dode per 3 ongevallen met spookrijders. In 1 ongeval op 5, sterft de spookrijder.
Vooral ’s nachts
44% van alle letselongevallen met een spookrijder werden genoteerd tijdens de nacht. Dit is proportioneel 2 keer meer dan wat we zien bij totaal aantal letselongevallen op een autosnelweg, waarvan er ‘slechts’ 22% ’s nachts gebeuren.
Bestuurders 65+ oververtegenwoordigd
Bijna 1 spookrijder op 5 (18%) die betrokken raakt bij een ongeval, is ouder dan 65 jaar. Nochtans zijn senioren slechts betrokken bij 4% van alle letselongevallen op autosnelwegen. Spookrijden komt dus relatief gezien veel vaker voor bij senioren dan bij jongeren. Maar in absolute cijfers zijn er de meeste spookrijders bij de 25-44 jarigen (58 tegen 21 voor de bestuurders ouder dan 65 jaar).
Alcohol bij meer dan 1 geval op 3
In meer dan 1 op 3 gevallen (36%), was de spookrijder onder invloed van alcohol op het moment van het ongeval. Dat is 4 keer meer dan bij alle letselongevallen op autosnelwegen samen (9%). Dit is waarschijnlijk nog een onderschatting van de werkelijkheid, want slechts de helft van de spookrijders ondergaat een alcoholtest. Uit sommige studies in het buitenland blijkt zelfs dat de helft van de spookrijders onder invloed van alcohol was op het moment van het ongeval.
De helft maakt rechtsomkeer op de autosnelweg
Uit een Nederlandse studie blijkt dat slechts de helft van de spookrijders in de tegengestelde richting rijdt, doordat ze de afrit van de autosnelweg als oprit gebruiken. De anderen maken rechtsomkeer of rijden achteruit terwijl ze zich al op de autosnelweg bevinden. Dan helpen veiligheidsmaatregelen op de opritten uiteraard niet.
Profiel van een spookrijder
We onderscheiden 3 grote categorieën spookrijders:
1) Bestuurders onder invloed van alcohol, drugs en/of geneesmiddelen.
2) Bestuurders die onopzettelijk spookrijden, omdat ze niet opletten of verstrooid zijn. Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn: oriëntatieproblemen, geen herkenningspunten hebben. Zo kan het zijn dat je geen herkenningspunten hebt omdat er erg weinig verkeer is.
3) Bestuurders die opzettelijk tegen de richting in rijden. Zo doen dat voor de kick, voor een weddenschap of om zelfmoord te plegen.
Wat moet je doen als je een spookrijder tegenkomt? 1) Vertraag en hou uiterst rechts, zelfs indien je hiervoor op de pechstrook moet rijden. Studies tonen immers aan dat spookrijders zelf de neiging hebben om rechts te rijden (de linkerrijstrook voor jou dus). 2) Knipper eventueel met je lichten wanneer je de spookrijder kruist, maar niet eerder zodat de spookrijder niet in paniek raakt. 3) Verwittig zo snel mogelijk de politie.
Wat moet je doen als je de autosnelweg oprijdt in de verkeerde richting? 1) Vertraag en schakel je dimlichten en waarschuwingslichten aan. Versnel in geen geval, ook al wil je zo snel mogelijk bij de oprit geraken. 2) Indien er geen tegenliggers zijn, rij dan naar de pechstrook en stop daar. In het andere geval, hou je zoveel mogelijk rechts. Zodat andere voertuig een ontwijkingsmanoeuvre kunnen uitvoeren. 3) Verwittig onmiddellijk de politie. Zij zullen je helpen om terug in de juiste rijrichting te geraken. |
Contactpersoon
Karin Genoe, Afgevaardigd Bestuurder Vias Institute : 0495/16.54.02